Historie van de locatie

A

Ginds aan de Nieuwe Vaart, op het Kadijkseiland, ligt een plek waar Amsterdam zijn eigen industriële hartslag nog laat horen: de Kromhoutwerf. Hier begon in 1757 een bescheiden scheepswerf, vernoemd naar timmerman Doede Jansen Kromhout. Ruim een eeuw later, in 1867, nam de familie Goedkoop het terrein over en bracht er een ongekende moderniseringsslag op gang: een stoomhelling, elektrische verlichting en—het belangrijkst—de stap van scheepsbouw naar motorenbouw. In 1888 verrees de gietijzeren Westhal; in 1899 volgde haar zuster: de Oosthal. In die Oosthal zouden de Kromhout-motoren wereldberoemd worden.

Jan en Pietertje Goedkoop
Jan en Pietertje Goedkoop

Rond 1900 werd aan de oostzijde een machinefabriek ingericht. Onder de nieuwe kap ontwikkelde Jan Goedkoop de eerste Kromhout-motoren: compact, betrouwbaar en precies wat de binnenvaart nodig had. Demonstratiebootjes met Kromhout-kracht trokken langs tentoonstellingen en over de wateren; de naam “Kromhout” stond al snel voor degelijkheid en vindingrijkheid. Toen de motorenproductie uit zijn voegen barstte, verhuisde de fabriek naar Amsterdam-Noord, maar op de werf aan de Hoogte Kadijk bleven reparaties en teerwerk doorgaan tot 1970.

Kromhoutwerf met houten kappen

Na sluiting dreigde sloop. Een stichting sprong ertussen en kocht in 1975 terrein en opstallen; in 1976 kregen de karakteristieke kappen de status van rijksmonument. Later nam Stadsherstel Amsterdam het complex over en volgde een gefaseerde restauratie (1999–2004). Drie keuzes stonden centraal: de werffunctie behouden, de motorencollectie een plek geven, en de toekomst borgen met passende nieuwe functies. Zo werd de Westhal opnieuw een werkende scheepswerf, en kreeg de Oosthal haar tweede leven als museale ruimte en culturele ontmoetingsplek.

Museum ’t Kromhout: de ziel van de Oosthal

Wie vandaag de Oosthal binnenstapt, stapt een levende machinekamer binnen. Tussen de gietijzeren spanten en de lichtval van hoge kappen staan de historische Kromhout-motoren opgesteld—niet als stille monumenten, maar als werkende getuigen. Op vaste dagen worden ze gestart; het ritme van zuigers en kleppen vult de ruimte met een sonore brom die de geschiedenis tastbaar maakt. Vrijwilligers—vakmensen met liefde voor techniek—laten zien hoe je zo’n motor onderhoudt en vertellen hoe de werf de Amsterdamse scheepvaart en maakindustrie mede vormgaf.

De collectie in de Oosthal omvat motoren die hier sinds 1895 zijn gebouwd, van de kleine petroleummotor waarmee Kromhout naam maakte tot de latere gloeikop- en dieseltypen. Samen vormen ze een doorlopende les in verbrandings- en maritieme techniek, aangevuld met gereedschap, tekeningen en historische foto’s. Het is precies die combinatie—een authentieke hal, draaiende machines, verhalen van makers—die Museum ’t Kromhout uniek maakt in de stad. Zie voor openingstijden: Museum ’t Kromhout

De Oosthal vandaag

Dankzij de restauratie is de Oosthal meer dan een museumzaal: het is ook een plek waar Amsterdam samenkomt. Tussen de motoren vinden presentaties, concerten, huwelijksceremonies, uitvaarten en bedrijfsevenementen plaats. Maar de essentie is onveranderd: dit is de hal waar de Kromhout-motoren groot werden, en waar hun geluid nog altijd weerkaatst. Zo bewaart de Oosthal niet alleen het verleden—ze houdt het aan het draaien. 

powerd by rederij belle

Uw bijdrage aan maritiem erfgoed

Ervaar een unieke maritieme tijdreis waarin de industriële charme van de Oosthal en de klassieke salonboten van Rederij Belle samensmelten tot één unieke beleving op en aan het water van Amsterdam. Vaar in stijl, dineer tussen het industrieel erfgoed en steun tegelijk het behoud van ons rijke maritieme verleden.

Neem contact op